Praktijk voor Mediation, Hulpverlening en Training


De positie van kinderen in een vechtscheiding verbeteren/ministerie van veiligheid en justitie

03-04-2014 14:31

> Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

Datum 31 maart 2014
Onderwerp De positie van kinderen in een vechtscheiding verbeteren

Artikel 18 van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK)
stelt in het eerste lid dat ouders de eerste verantwoordelijkheid hebben bij de
opvoeding en ontwikkeling van hun kind. Dit uitgangspunt hanteren ook de
Inspectie Jeugdzorg in haar rapport ‘Casusonderzoek Zeist’ en de
Kinderombudsman in zijn recent uitgebrachte rapport ‘Vechtende ouders, kind in
de knel’. Veruit de meeste ouders zijn prima in staat om hun kinderen op te
voeden in een veilige en evenwichtige gezinssituatie, ook na (echt)scheiding.
Maar als een scheiding zeer problematisch verloopt, is dit niet altijd meer het
geval. Ook het sociale netwerk (familie, buren en vrienden) lukt het dan vaak niet
meer om de-escalerend op te treden. Kinderen kunnen dan, onder meer omdat ze
inzet worden van de strijd, zo ernstig in de knel raken dat hun ontwikkeling wordt
bedreigd. In die gevallen slagen ouders er niet meer in om de belangen van hun
kind een eerste overweging te laten zijn. Hulp van (overheids)instanties is dan
noodzakelijk en gerechtvaardigd. Het tweede lid van artikel 18 van het IVRK stelt
dat Staten passende bijstand verlenen aan ouders om deze verantwoordelijkheid
daadwerkelijk te kunnen uitoefenen. Door de samenleving, waaronder ouders,
kinderen en professionals, wordt de urgentie om actie te nemen benadrukt.

Op 30 september jl. is het rapport ‘Casusonderzoek Zeist’, dat was ingesteld na
het overlijden van twee broers, van de Inspectie Jeugdzorg en de Inspectie voor
de Gezondheidszorg aan de Tweede Kamer aangeboden.1 In de reactie op dit
rapport hebben wij aangekondigd na te gaan wat nodig is om de schrijnende
situatie van kinderen in een ‘vechtscheiding’ te verbeteren. Met deze brief doen
we deze toezegging gestand.
Achtereenvolgens gaan we in op de problematiek, de uitgevoerde inventarisatie
en het op basis daarvan ontwikkelde uitvoeringsplan dat is gehecht aan deze
brief.

De problematiek

Jaarlijks maken ongeveer 55.000 minderjarige kinderen een (echt)scheiding van
hun ouders mee.2 Van een problematisch verlopende scheiding, ook wel
‘vechtscheiding’3 genoemd, kan worden gesproken als een scheiding gepaard gaat

1 Kamerstukken II 2013/14, 31 839, nr. 315.
2 Evaluatie Ouderschapsplan, WODC 2013, p. 25.
3 Aangezien de term ‘vechtscheiding’ wordt gebezigd in het maatschappelijk debat, is die
term in deze brief overgenomen. Bediscussieerd kan worden of de term vechtscheiding
gehanteerd moet worden of dat beter kan worden gesproken over een problematisch

Directoraat-Generaal
Jeugd en
Sanctietoepassing

Directie Justitieel Jeugdbeleid
afdeling jeugdbescherming

Turfmarkt 147
2511 DP Den Haag
Postbus 20301
2500 EH Den Haag
www.rijksoverheid.nl/venj

Ons kenmerk

489737

Bij beantwoording de datum
en ons kenmerk vermelden.
Wilt u slechts één zaak in uw
brief behandelen.

Pagina 1 van 4


met hevige spanningen en conflicten tussen ouders, waardoor ouders niet meer in
staat zijn om het belang van hun kinderen voorop te stellen.4
De spanningen die dit met zich brengt, verhogen het risico op problemen bij
kinderen. Daarbij kan gedacht worden aan emotionele problemen, slechtere
prestaties op school en (later) gemiddeld vaker problemen in hun eigen relaties.5

Hoeveel van deze scheidingen problematisch verlopen en hoeveel kinderen
hiermee te maken krijgen is niet exact vast te stellen. Wel zijn enkele indicaties te
geven:


Als ouders het oneens blijven over het gezag, omgang of de verblijfplaats
van kinderen, dan beslist de rechter, die zich kan laten adviseren door de
Raad voor de Kinderbescherming. In 2013 adviseerde de Raad voor de
Kinderbescherming de rechter hierover ten aanzien van 5.601 kinderen
(ongeveer 10% van het aantal kinderen dat met scheiding van hun ouders te
maken krijgt);6

Als partners het niet samen eens worden, een partner een verzoek tot
echtscheiding indient en de ander hiertegen verweer voert, vindt de
echtscheiding plaats op eenzijdig verzoek op tegenspraak. In 2012 werd dit
in 15% van alle echtscheidingsprocedures gedaan.7
Inventarisatie van wat nodig is

Om na te gaan wat nodig is om de situatie te verbeteren van kinderen in een
‘vechtscheiding’, is de afgelopen maanden gesproken met professionals en andere
betrokkenen, zoals ouders, kinderen, de Rechtspraak, advocatuur, gemeenten en
de VNG, hulpverleningsorganisaties, Jeugdzorg Nederland, de Raad voor de
Kinderbescherming, de Inspectie Jeugdzorg, wetenschappers en de
Kinderombudsman. Ook zijn buitenlandse varianten op het gebied van
echtscheiding en ouderschaps-en omgangsregelingen bestudeerd.

Uit de gesprekken en onderzoeksrapporten komt naar voren dat de betrokkenheid
bij deze problematiek groot is: veel initiatieven zijn al genomen. Tegelijkertijd
wordt deze problematiek als zeer complex ervaren. Verschillende factoren, die
elkaar bovendien kunnen versterken, spelen een rol bij een ‘vechtscheiding’.
Hierbij kan gedacht worden aan langslepende juridische procedures, financiële
gevolgen van een (echt)scheiding, onverwerkt verdriet, psychologische
problemen, een nieuwe partner of huiselijk geweld.
Er is dus niet één manier om de problematiek op te lossen. Omdat de meeste van
deze factoren buiten de invloedssfeer van (overheids)instanties liggen, zoals ook
de inspecties concludeerden,8 is enige bescheidenheid in ons ambitieniveau
bovendien gepast.

Uitvoeringsplan verbeteren situatie kinderen in een (v)echtscheiding

Op basis van de inventarisatie hebben wij een uitvoeringsplan ontwikkeld dat u
aangehecht, als onderdeel van deze brief, aantreft. In dit uitvoeringsplan komen
wij terug op de toezeggingen door ons aan uw Kamer gedaan, onder meer over
het ouderschapsplan, de positie van vaders en de omgangsvoorzieningen. Het

verlopende echtscheiding. Dit mede omdat de term vechtscheiding stigmatiserend kan
werken en een ‘gevecht’ impliceert terwijl dit aan de oppervlakte niet zichtbaar hoeft te zijn.
4 Casusonderzoek Zeist , Inspectie jeugdzorg en Inspectie voor de Gezondheidszorg (2013),
p 35.
5 Evaluatie Ouderschapsplan, WODC (2013), p. 34.
6 Evaluatie Ouderschapsplan, WODC (2013), p. 75 en 76.
7 Evaluatie Ouderschapsplan, WODC (2013), p. 28 en 29.
8 Casusonderzoek Zeist , Inspectie jeugdzorg en Inspectie voor de Gezondheidszorg (2013),


p. 53.
Pagina 2 van 4


door de Kinderombudsman opgestelde rapport, is betrokken bij dit
uitvoeringsplan.

Vanwege de schrijnende situatie van kinderen die te maken krijgen met een
vechtscheiding wordt dit door velen beschouwd als een vorm van
kindermishandeling. Om die reden zijn de acties geordend volgens het Actieplan
‘Kinderen Veilig’, namelijk: voorkomen, signaleren, stoppen en schade beperken.
Sommige van de beschreven acties kunnen in meerdere fasen worden ingezet. De
nadruk van de acties ligt op het voorkomen en vroegtijdig signaleren van een
‘vechtscheiding’, zodat hierop eerder actie kan worden ondernomen. De reden
hiervoor is dat indien eenmaal sprake is van een ‘vechtscheiding’ het uitermate
lastig is om hier nog uit te komen: de posities zijn dan ingenomen en het netwerk
van beide ouders is in het conflict meegezogen.

Het uitvoeringsplan kent acties van verschillende orde van grootte en met
verschillende looptijden, actoren en beoogde resultaten.9 De acties richten zich op
ouders, kinderen en het sociale netwerk, alsmede op professionals en
(overheids)instanties.


Ouders zijn in eerste instantie aan zet om te voorkomen dat een
(echt)scheiding uit de hand loopt en kinderen hiervan de dupe worden. Zij
zijn immers de enige die de strijd echt kunnen stoppen. Het sociale netwerk
rond ouders en kinderen kan hierin een belangrijke rol vervullen.

De stem van kinderen over wat voor hen van belang is als hun ouders
scheiden dient zowel door de ouders als professionals te worden gehoord.
Kinderen zijn er het meeste bij gebaat als ouders kunnen voorkomen dat hun
scheiding escaleert. Bij hoogoplopende strijd tussen ouders wordt het belang
van het kind vaak vergeten.

Professionals moeten voldoende geëquipeerd zijn om ouders en kinderen bij
deze problematiek te kunnen ondersteunen of behandelen. Een blauwdruk
over hoe te handelen bij een (dreigende vecht)scheiding is daarbij niet te
geven. Uit onze inventarisatie is echter gebleken hoe belangrijk het is dat
meteen de juiste interventie wordt inzet: licht als het kan, maar direct een
zwaarder instrument als dat moet. Procedures van (overheids)instanties
moeten zo worden ingericht dat snel de juiste interventie kan worden
gekozen.
9 Het spreekt voor zich dat de inspanningen zich ook richten op kinderen die te maken
krijgen met de beëindiging van de relatie van hun niet-gehuwde of -geregistreerde ouders.

Pagina 3 van 4


Wij hebben er vertrouwen in dat de acties in het uitvoeringsplan, in samenhang,
een bijdrage zullen leveren aan de verbetering van de positie van kinderen in een
vechtscheiding. Wij zullen u in de rapportages over de aanpak van geweld in
afhankelijkheids relaties (GIA) informeren over de voortgang aan de hand van het
uitvoeringsplan.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

mr. F. Teeven MPM

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

drs. M.J. van Rijn

Pagina 4 van 4

 

 

 

 

—————

Terug